Iris en ik

De hoofdillustratie op deze website is een vrije vertaling van de godin Iris, boodschapper van de goden en godin van de communicatie. Mijn goede vriend en illustrator Coen Hamelink heeft het beste van Iris en het beste van mij verbeeld in deze illustratie.

over Iris

De Griekse naam Iris komt van het Griekse werkwoord εἴρω (‘eeiroo’), dat ‘spreken; vertellen’ betekent. Iris is de boodschapper van de goden en zou een dochter zijn van de zeegod Thaumas en de Oceanide Elektra.

Als boodschapper van de goden, maakten vooral Zeus en Hera gebruik van Iris’ diensten. Haar snelheid is verbazend. Zo snel als de hagel of de sneeuw uit de wolken neerstort, snelt zij van het ene uiteinde van de wereld naar het andere, zelfs tot op de diepste bodem van de zee en tot in de diepte van de onderwereld, om de bevelen van de goden ten uitvoer te brengen.

In de literatuur wordt ze, in verband met haar grote snelheid, vaak Iris ‘met de gouden vleugels’ genoemd. Ook de beeldende kunstenaars versierden haar beelden met vleugels. Het zou dan ook moeilijk zijn haar te onderscheiden van andere godinnen, als Iris niet de herautstaf in de hand droeg. Iris draagt ook wel een kan in de hand, want zij was het, zo meende men, die het water aan de wolken toevoerde.

Wanneer de godin Iris een boodschap van hemel naar aarde brengt, verschijnt volgens de Griekse mythologie als brug een regenboog.

dit ben ik

Mijn Iris draagt haar vleugels als een cape, een sluier. De kleur blauw en de golvende beweging geven haar diepste wortels weer: het water en het stromen van de creativiteit. De herautstaf is vervangen door een staf met een vulpenpunt, dat het geschreven verhaal, de geschreven boodschap verbeeldt.

Coen gaf mijn alter ego arm- en beenkappen en een rode jurk. Het is een stoere dame, die weet wat ze wil en zich vol vuur en energie inzet voor eenieder die haar hulp vraagt, en soms ook voor zichzelf. Ze is blootsvoets. Dat geeft haar een luchtige, informele en “down to earth” uitstraling.

De kameleon op de staf is haar trouwe metgezel. Hij vergezelt haar overal. Soms zichtbaar, soms ergens verstopt. Hij verandert van kleur net zoals zij zich aanpast aan haar omgeving of datgene wat van haar wordt gevraagd.

De duif vervoert de boodschap naar de ontvanger. Het is haar om het even of ze vliegt door de lucht of over de digitale snelweg. Of ze papier met zich meedraagt, het gesproken woord of bits & bytes. Als de boodschap is afgeleverd en de ontvanger is blij, dan keert de duif tevreden terug.

Het pad waarop Iris zich begeeft is de brug van de boodschap, de drager van al wat zij is en doet. Soms is dat vaste grond onder haar voeten, maar meestal is de ondergrond flexibel en verend, net zoals zij. Zo vliegt zij in alle vrijheid, en plukt onderweg datgene wat nodig is om haar doel te bereiken.

De uil tot slot is de adviseur, de raadgever, de wijze. De uil verbeeldt niet alleen hoe anderen Iris zien, maar zeker ook alle zichtbare en onzichtbare raadgevers die haar bijstaan in haar leven en werk.