Geheugenverlies
Een droom:
Ik loop in de supermarkt met mijn twee kinderen: een zoon en een dochter. Mijn dochter heeft de puberleeftijd, 16 jaar. Mijn zoon is iets ouder. Mijn dochter maakt in de winkel een pakje kauwgom open, haalt er een kauwgompje uit en stopt het in haar mond. Ze legt de rest terug. Ik word boos en stuur mijn dochter de winkel uit. Ik vraag aan mijn zoon of hij ook snoep heeft gepikt. Hij zegt van niet, maar ik twijfel.
later
Ik zit in de trein met mijn zoon en dochter. De trein ziet er uit als een soort Zweinstein Express. Met van die coupés en een looppad ernaast. Blijkbaar zijn er weer strubbelingen met mijn zoon en dochter, want ik stuur ze de coupé uit.
Plotseling is er tumult op de gang. Een hoop geschreeuw en een man zwaait met een machinegeweer of pistool. Ik vraag me in een flits af waar mijn kinderen zijn.
Er wordt geschoten. Denk ik. Zo klinkt het. Eerst het geluid van machinegeweer en daarna het zware geluid van pistoolschoten. Mijn medereizigers en ik duiken weg in een hoekje, achter een wandje. Ik ben de voorste, de anderen zitten achter me. Ik steek een beetje uit met mijn schouder en hoofd. Ik kan om het hoekje van het muurtje kijken, maar ik durf niet. Ik heb sterk het gevoel dat mijn dochter ook achter me zit en ik moet haar beschermen…
De kogels vliegen dwars overal doorheen en ik ga ervan uit dat ik binnenkort word geraakt en het niet zal navertellen. Wat er met de mensen achter me gebeurt, daar heb ik geen idee van.
later
Ik kom mijn bed uit. Ben een jonge vrouw van rond de veertig. Ik ben niet in mijn eigen huis, maar wel ergens waar ik me thuis voel. Ik kom beneden, tref een man aan op de bank. In badjas. Hij voelt zich op zijn gemak, woont er. Mijn zwager, denk ik. Ik vraag waar mijn zus is. Die is al naar haar werk (of in ieder geval de deur uit).
De man trekt zijn benen in en ik ga naast hem op de bank zitten. We praten wat. Krijgen het over kinderen. Ik vraag aan hem waarom zij eigenlijk geen kinderen hebben. De man kijkt me aan en zegt me dat hij zichzelf eigenlijk te oud vindt. Hij is per slot van rekening al zesendertig. Ik heb het gevoel dat er iets anders achter zit.
Terwijl ik nadenk over zijn antwoord, begint me langzaam iets te dagen.
Ik bijt op mijn lip. Mijn geheugen komt terug.
In alle hevigheid komt het op me af. Het overspoelt me als een tsunami en ik besef ik wat er ruim een jaar geleden is gebeurd: ik verloor mijn beide kinderen bij een zeer gewelddadige actie van een ernstig gestoorde man. Ze waren op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Ikzelf heb het maar ternauwernood overleefd.
Ik stuurde ze weg.
Mijn tranen beginnen te vloeien en houden niet meer op.